François Villon, een liederlijk levenslied - muziektheater van Patrick Bernauw (tekst) en Fernand Bernauw (muziek)

Dit muziektheater voor een zanger, een acteur en een muzikant werd gecreëerd door Compagnie de Ballade ter gelegenheid van de Gentse Feesten, juli 2002, in theatercafé De Grote Avond. Coaching mogelijk (regie: Patrick Bernauw / muziek & zang: Fernand Bernauw) via www.codeballade.be.webbuilder02.hostbasket.com

Teksten: Patrick Bernauw, met medewerking van François Villon.

Muziek: Fernand Bernauw

Wie dit muziektheater wenst op te voeren, dient zich in verbinding te stellen met Patrick Bernauw (via het contactformulier).

Fragment:

Goedenavond, dames en heren. Mijn naam is Maurice Villon en ik ben een afstammeling van de illustere François Villon, de 15de eeuwse vagebond-dichter, de allereerste poète maudit uit de geschiedenis, de Franse Uilenspiegel die in 1463 – nauwelijks 32 jaar oud – spoorloos is verdwenen. Iedereen denkt dat mijn beroemde voorvader in 1463 is omgekomen, maar niets is minder waar – en ik kan het weten, want ik ben zijn geestelijke én wereldlijke erfgenaam.

ANDRE VILLON zit in het publiek en richt zich ook tot het publiek. De mensen geloven dat toch niet? Híj gelooft het in ieder geval niet. Hij richt zich tot Maurice: mag hij zijn papieren van Sabam eens zien? Is hij wel in orde met Sabam? – De muzikant gaat André tot stilte aanmanen.

François Villon, dames en heren, is niet omgekomen. Hij is gewoon ondergedoken voor de autoriteiten die hem weer eens op de hielen zaten voor een kerkdiefstal, of voor een doodslag die hij had gepleegd als gevolg van wettige zelfverdediging. François Villon dook onder in het enige land waar het op dat moment nog goed en bourgondisch leven was… en dat ene land, dat was Vlaanderen. François Villon is in Gent een café begonnen, De Grote Avond, Le Grand Soirée. Zoals u hedenavond kunt zien, is dat een groot succes geworden. En mijn beroemde voorzaat…

… heeft zijn zaad hier ook kwistig in het rond geschoten!

… heeft zich hier ook euh… met succes… voortgeplant, inderdaad. Hij heeft hier voor een nageslacht gezorgd, met andere woorden… en één van de loten aan zijn boom, één van zijn afstammeling – in rechte lijn! – dat ben ik, uw dienaar, Maurice Villon.

Hedenavond, dames en heren, wil ik hier graag voor u bewijzen dat het niet zomaar praatjes voor de vaak zijn, die ik u kom te vertellen, en dat ik waarlijk de enige geestelijke én ook wereldlijke erfgenaam van de grote François Villon genoemd mag worden.

Nee, nee, nee, nee, néé!

Ik heb hier de originele nota’s van Fremin, de klerk van Villon – en daaruit blijkt overduidelijk dat niet gij de geestelijke én wereldlijke erfgenaam van de grote François Villon zijt, maar dat ik dat ben!

Mijn voorvader, meneer, heeft nooit een voet buiten Frankrijk gezet! Hij heeft gewoon zijn eerste naam – des Loges de Montcorbier! - weer aangenomen en is op zijn tachtigste gestorven als hoogleraar aan de Sorbonne! En ík ben zijn enige echte afstammeling, André des Loges de Montcorbier, om u te dienen!

Ik heb hier de bewijzen, van geslacht tot geslacht overgeleverd!

Mijn betovergrootvader is getrouwd met een Gentse, en mijn vader - die trouwens voorzitter was van de Cercle Artistique et Literaire de Gand - heeft mij op zijn sterfbed – in een bordeel in de Gloazen Stroate – deze notities van Fremin overhandigd. Ik heb ze vertaald, zo kunnen de Gentenaars ook een beetje volgen. Mag ik
?

Leest voor:

Amper dertig is hij en daar zit hij dan: een berooide schooier, uitgekleed tot op het blote vel. Hij huivert in de kille cel van Thibaut d’Aussigny, de bisschop. Hij vervloekt Thibaut d’Aussigny in alle talen.

Maar vooral in ’t Frans.

Door de tralies van zijn kerker kan hij Thibaut over de markt zien flaneren. Thibaut wil zo graag de bisschop van de armen wezen, met genadige gebaren het vege volkje van de stegen zegenen…

Maar jou heeft hij niet gezegend.. Jouw bisschop is hij niet, hé Villon? En je heer nog minder. Hém ben je geen dank verschuldigd, geen trouw, geen eerbetoon. Jij bent zijn slaafje noch zijn schandknaap!

En dan te bedenken dat je alleen maar wat overtollige kelken hebt meegenomen uit zijn kerk die zich zo graag een kathedraal wil noemen. Kathedraal, laat mij niet lachen!

Als dank liet hij je in deze vochtige kerker gooien, in Meung sur Loire…
“Prenez vos vacances dans les caves de Meung-sur-Loire, un bon conseil du syndicat d’initiative.”
Pardon, dat heb ik erbij geschreven…

… in Meung sur Loire, waar je langzaam maar zeker verkommert en beschimmelt als het handvol bedorven brood dat je iedere ochtend toegeworpen krijgt.

Een zomer lang was je zijn gast, mocht je zijn brak water drinken…

Smeek om genade, Villon!


Maurice zingt de Ballade om Genade, voor Thibaut d’Aussigny, maar vooral richting André.


Voor de integrale tekst van dit toneelstuk, klik op de titel van dit artikel.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...